Het doel van geotechnisch onderzoek is om de draagkracht van de bodem goed in beeld te brengen, vertelt Diederik van Nederveen (adviseur Onderzoeken AlphA20). ‘Zekerheid is erg belangrijk. Zijn er voldoende sterke grondlagen om op te bouwen? Hebben we te maken met veen-, klei- of zandgrond? En op welke diepte verandert dit? Dankzij het geotechnisch onderzoek weten we straks meer over de sterkte van de ondergrond waarop gebouwd gaat worden.’
Tweeledig onderzoek
Het geotechnisch onderzoek tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda bestaat uit sonderingen en boringen. Bij een sondering drukt men een conus – een kegelvormige punt – tot wel 25 meter in de grond. Daarmee kan de draagkracht van de bodem worden bepaald. Een boring gaat tot wel 12 meter diep om bodemmateriaal te verzamelen. Vervolgens worden er in een laboratorium proeven gedaan om de zetting en stabiliteit van de grondlagen te bepalen. Volgens Van Nederveen is inzicht in de draagkracht en bodemeigenschappen met name bij viaducten en ter hoogte van de wegverbreding van belang. ‘In de toekomst wordt minstens 1 viaduct op dit deel van de A20 verbreed, in verband met de extra aan te leggen rijstroken. Door sondeer- en booronderzoek komen we erachter hoe de fundering van die viaducten en de baanuitbreiding eruit moet komen te zien. We willen natuurlijk voorkomen dat er straks verzakking optreedt, of dat rijbanen ten opzichte van elkaar gaan bewegen. Dit kan namelijk oneffenheden of zelfs scheurvorming tot gevolg hebben.’
Bureaustudies
Al eerder voerde het team AlphA20 voor meerdere disciplines de nodige bureaustudies uit. Voor deze vooronderzoeken konden gebruikmaken van Rijkswaterstaat-archieven en openbare registers met historische gegevens. Voor de discipline geotechniek was bij de aanvang van het project al een vooronderzoek beschikbaar. Van Nederveen: ‘Aan de hand daarvan bepaalden we in samenspraak met Rijkswaterstaat de punten op de A20 die we wilden onderzoeken.’ En wat als de bodemopbouw straks toch anders blijkt dan gedacht? ‘Dan zullen er bijvoorbeeld meer of langere palen de in de grond moeten. Zo simpel is het. Nederland is gelukkig maakbaar!’
Veiligheid boven alles
De verschillende veldonderzoeken hebben letterlijk en figuurlijk flink wat voeten in de aarde. Zo zijn er vergunningen en de nodige betredingstoestemmingen nodig. Verder is er tijdens de uitvoering van de onderzoeken nauw contact met de Verkeerscentrale van Rijkswaterstaat. ‘De onderzoekers moeten natuurlijk wel veilig hun werk kunnen doen en de omgeving moet ons werk veilig kunnen passeren’, geeft Van Nederveen aan. ‘Daarom stelden we een uitgebreid veiligheids- en gezondheidsplan op. Verder zijn de veldwerkers gecertificeerd en zorgt Rijkswaterstaat voor een veilige verkeersituatie. De onderzoeken vinden namelijk niet alleen plaats in de bermen en op omliggende percelen, maar ook op de A20 zelf.’
De volgende stappen
Om de hinder zoveel mogelijk te beperken, werken de veldonderzoekers vaak ’s nachts. Ook worden onderzoeken zoveel mogelijk gecombineerd wanneer meerdere partijen op dezelfde plek moeten zijn. Van Nederveen: ‘Inmiddels zijn we in een deel van het projectgebied gestart met het inspecteren op ontplofbare oorlogsresten. Zodra die locaties veilig zijn verklaard, kunnen we overal starten met milieukundig bodemonderzoek en archeologisch onderzoek. Parallel aan deze onderzoeken wordt tot ongeveer september ook een natuuronderzoek uitgevoerd, waarbij een inventarisatie plaatsvindt van de voorkomende plant- en diersoorten.’
Al met al is deze fase van het project best complex, vertelt Van Nederveen. ‘En kosten de veldonderzoeken dus best veel tijd. In april hopen we de eerste onderzoeken af te ronden. Begin volgend jaar volgt een tweede veldwerkronde met onder andere verhardingsonderzoek. We zijn blij dat we nu aan de slag kunnen!’