‘Begin dit jaar lieten we al de nodige onderzoeken uitvoeren in het projectgebied’, vertelt Esther Korvinus (projectleider Onderzoeken AlphA20). Ze doelt onder meer op archeologische en milieutechnische onderzoeken. ‘Een deel van die onderzoeken krijgt nu een vervolg. De weggebruiker zal daar overigens nagenoeg geen hinder van ondervinden. Vrijwel alle onderzoeken vinden namelijk plaats op omliggende percelen, en niet direct op of langs de A20 en parallelwegen.’
Loopgraven uit de Tweede Wereldoorlog
Uit eerder archeologisch archiefonderzoek kwam onder andere naar voren dat er rond de A20 mogelijk restanten uit de Tweede Wereldoorlog in de bodem zitten. ‘Het gaat daarbij met name om het vermoedelijk aanwezige loopgravenstelsel, op de plek waar de A20 tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda de spoorlijnen kruist’, vertelt Korvinus. ‘Om dit militaire erfgoed goed in kaart te brengen, graven we de komende tijd 5 proefsleuven. Daarvoor worden in het veld rechthoekige vakken uitgezet, die vervolgens worden uitgegraven. Aan de hand van afwijkende grondlagen kunnen we vervolgens de werkelijke ligging van de loopgraven achterhalen en zien wat er op die plek precies in de grond zit.’
Uit de eerdere archeologisch onderzoeken bleek dat er gebieden zijn waar geen verder onderzoek nodig is. Daarnaast zijn er gebieden waar wél extra boringen gemaakt moeten worden, om een beter beeld te krijgen van de archeologische waarde. Hiervoor worden machinaal circa 5 meter diepe boringen gemaakt.
Zoektocht naar ontplofbare oorlogsresten
Parallel aan het archeologisch onderzoek vindt er een onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten plaats. Korvinus: ‘In de eerste onderzoeksronde hebben we met een oppervlaktedetector in beeld gebracht waar er verstoringen in de bovenste grondlagen zitten. Uiteindelijk traceerden we zo 129 mogelijke verstoringen.’ Volgens Korvinus leert de ervaring dat dit net zo goed blikjes of fietsbellen kunnen zijn. ‘Het is daarom belangrijk dit verder te onderzoeken. In de komende 2 maanden gaan onze specialisten een groot aantal van deze objecten ‘benaderen’, oftewel onderzoeken wat het werkelijk is. Dit gebeurt door het verdachte object te laten opgraven door specifiek hiervoor opgeleid personeel. Zij kunnen dan visueel checken wat het object is. Afhankelijk van onder andere de diepte van het verdachte object kan dit soms handmatig, maar soms is het noodzakelijk dit met een kraan te doen.’
Op het moment dat er tijdens de werkzaamheden iets verdachts wordt gevonden, volgen de onderzoekers het protocol. Korvinus: ‘We gooien het inspectiegat dan eerst weer dicht en zetten het gebied af. Vervolgens bespreken we met de gemeente – als verantwoordelijke voor de openbare veiligheid – en de Explosieven Opruimingsdienst wat de vervolgstappen zijn en hoe zij vervolgens het verdachte object kunnen gaan ruimen.’

Licht vervuilde bodem
Eerder dit jaar lieten we ook op een aantal locaties een milieukundig bodemonderzoek uitvoeren. Korvinus: ‘Hierbij onderzoeken we of er bepaalde stoffen in de bodem zitten waarvoor we maatregelen moeten treffen. Mogelijk moeten deze dan in een later stadium worden verwijderd, bijvoorbeeld door de verontreiniging op te graven en af te voeren. In de eerste ronde van het onderzoek hebben we een aantal vervuilde locaties gevonden waar we aanvullend onderzoek doen, maar niets verontrustends.’ Dit aanvullende onderzoek doen we door handmatig extra boringen om de vervuilde locaties te zetten, zodat we een beter beeld krijgen van de grootte van de verontreiniging.
Uitslag geotechnisch onderzoek nog niet bekend
Eerder dit jaar vond er geotechnisch onderzoek plaats in het projectgebied. Dit is bedoeld om de draagkracht van de bodem te bepalen. Volgens Korvinus laten de uitslagen hiervan nog even op zich wachten. ‘Die grond wordt op dit moment nog bestudeerd in het laboratorium.’
Beschermde diersoorten aangetroffen
Vorige week zijn op diverse locaties beschermde diersoorten aangetroffen, die mogelijk invloed kunnen hebben op deze ronde onderzoeken. Op dit moment wordt gecheckt in hoeverre de uitvoering van werkzaamheden anders moet, of dat een extra vergunning noodzakelijk is. Hierdoor kan de planning wijzigen en kunnen we een deel van bovenstaande onderzoeken nu nog niet uitvoeren.