De waterspitsmuis, de platte schijfhoren – een waterslakje – en diverse soorten vleermuizen zijn voorbeelden van beschermde diersoorten die voorkomen in en rondom het A20-projectgebied.
Dat concludeerden we aan de hand van een soortenonderzoek dat we uitvoerden in 2020 en 2021. Gegevens over beschermde diersoorten moeten regelmatig geactualiseerd worden, omdat diersoorten zich nog weleens willen verplaatsen. Daarom hebben we in 2023 de resultaten uit het onderzoek van 2020-2021 geactualiseerd. Ook nu zijn de waterspitsmuis, platte schijfhoren en diverse vleermuissoorten aangetroffen.
Wet- en regelgeving voor natuur
Wanneer diersoorten, zoals hierboven genoemd, op Europees niveau wettelijk beschermd zijn, moeten we voldoen aan de bestaande wet- en regelgeving voor natuur. Dat kan betekenen dat we bij het ontwerp en de uitvoering van het project rekening moeten houden met leefgebieden van deze dieren en we deze niet willen verstoren. Neem bijvoorbeeld broedende vogels, die gevoelig zijn voor geluid. Als er te veel geluid wordt veroorzaakt door werkzaamheden langs de weg, kan dit het broedproces verstoren. In het geval van vleermuizen kan licht verstorend werken. Wanneer de bomen waar vleermuizen langs vliegen continu worden beschenen door de auto’s – bijvoorbeeld omdat de weg ineens dichter bij de bomen komt te liggen – werkt dit zodanig verstorend voor deze vleermuizen dat ze daar niet meer gaan vliegen.
Ontwerp aanpassen of compenseren
Uiteraard doen we er alles aan om het leefgebied van deze diersoorten niet te verstoren, laat staan te vernietigen. Dit kunnen we bijvoorbeeld doen door het onderwerp van de weg aan te passen. Mocht vernietiging van het leefgebied echt onoverkomelijk zijn, dan zijn we verplicht dit te compenseren. Dat houdt in dat we nieuw leefgebied gerealiseerd moeten hebben voordat we het huidige vernietigen. Aangezien een deel van de werkzaamheden rondom de A20 in het leefgebied van beschermde diersoorten gaat plaatsvinden, onderzoeken we nu zowel de mogelijkheden om het ontwerp aan te passen als de eventuele compensatiemogelijkheden.
Foto: Dirk-Jan Saaltink